MATCURLING (Unicurl) SPELREGELS

Materiaal

Matcurling wordt op een groene mat (10 m op 2 m) gespeeld waarop het parcours en doelwitten geprint staan.

De schijven of stenen zijn geel en blauw. Ze staan symbool voor de Zweedse vlag.

Doel

Het is de bedoeling dat elke speler beurtelings, vanaf de startzone, zijn curlingschijf over het tapijt schuift en zo dicht mogelijk de middelste cirkel tracht te benaderen.

Omdat de worp geldig zou zijn is het belangrijk dat de glijsteen de buitenste lijn van de grote cirkel raakt of overschrijdt naar het midden toe. Naargelang de plaats in/op de cirkel kunnen 1, 3 of 5 punten worden gescoord.

Teams

Normaliter wordt het spel gespeeld door 2 teams van 2 spelers. Maar ook 1 persoon kan 4 schijven gooien of 4 personen gooien elk 1 schijf.

De gele ploeg start altijd en neemt het op tegen de blauwe ploeg in een vooraf bepaald aantal partijen.

Lanceringszone

De speler moet met beide voeten binnen het afgebakende hokje staan om te gooien. Aangezien er aan de achterkant van de startzone geen lijn is aangegeven mag verder weg worden gestaan. Dit is soms makkelijker voor mindervalide spelers. 

Bij het overschrijden van de startzone kan de dienstdoende scheidsrechter ingrijpen. Na 2 inbreuken kan hij beslissen om de gespeelde schijf uit het veld te verwijderen.

De verticale lijn in het midden van de lanceringszone heeft als doel het midden van het veld en de cirkels aan te duiden.

Doellijn (middelste lijn)

Elke glijsteen moet VOLLEDIG over de doellijn worden gespeeld en mag dus in geen geval de lijn raken. De dienstdoende scheidsrechter neemt elke schijf weg die niet aan die voorwaarden voldoet.

Grenslijn (achterste horizontale lijn)

Deze aanduiding mag door de schijf niet worden overschreden. De schijf moet VOLLEDIG over de lijn liggen om verwijderd te worden.

Speelveld

Het speelveld loopt van de doellijn tot de grenslijn. Elke schijf buiten dat gebied wordt uit het veld genomen.

Zijkanten van het speelveld

Zolang de schijf de mat nog raakt mag ze blijven liggen en kan zo nog andere schijven beïnvloeden wat aan de tegenpartij strafpunten kan opleveren.

Score

De middelste stip levert 5 punten. De tussencirkel aanraken en/of overschrijden is goed voor 3 punten. De buitencirkel aanraken en/of overschrijden telt als 1 punt.

Terechtkomen in de speelzone maar zonder het aanraken van de buitencirkel levert geen punten op.

Volgorde

Een partij (mène) bestaat uit het spelen van 8 schijven. De gele partij start de wedstrijd en glijdt de eerste schijf over de doellijn.

De blauwe partij speelt de volgende schijf maar mag de eerste gele schijf NIET raken. Bij aanraking wordt de blauwe schijf door de scheidsrechter verwijderd en wordt de gele schijf op de oorspronkelijke plaats terug geplaatst. 

Vanaf schijf 3 mogen alle gespeelde stenen elkaar raken.

Als de 8 schijven zich binnen het speelveld bevinden is het eerste spel gespeeld.

De blauwe ploeg start de volgende partij. Nadien wordt telkens beurtelings gespeeld. Er mogen nooit 2 schijven van dezelfde ploeg na elkaar worden gespeeld. Geel speelt altijd na blauw en blauw altijd na geel.

Een schijf moet steeds bij het schuiven het tapijt blijven raken tot het eindpunt. Als een schijf (geheel of deels) op zijn kant rolt wordt die uit het spel verwijderd.

Laatste steen

De laatste schijf mag geen enkele steen van de tegenpartij uit de cirkelzone duwen. Hij mag wel een schijf of meerdere schijven van de tegenpartij van cirkel doen veranderen maar moet binnen de cirkelzone blijven (en dus punten opbrengen).

Bij fout wordt de foutieve gespeelde schijf uit het veld genomen en nemen de schijven hun oorspronkelijke plaats weer in.

Buitenduwen van een schijf van de tegenpartij

Wanneer de ene partij een schijf van de andere VOLLEDIG uit het speelveld duwt, wordt de foutieve schijf uit het veld genomen en de buiten geduwde steen van de tegenstrever neemt opnieuw de oorspronkelijke plaats in. De foutieve steen is ALTIJD de gespeelde steen; zelfs met tussenbotsingen van andere stenen van tegenpartij of eigen partij. Het is alleen de buiten geduwde schijf die zijn oorspronkelijke positie terug neemt, de andere schijven blijven op hun nieuwe positie liggen.

Bestraffing

Fouten worden alleen aangerekend tegenover schijven van de tegenpartij, NIET op schijven van de eigen ploeg. De schijven buiten geduwd door de eigen ploegmaat blijven buiten spel maar de foutieve schijf wordt niet bestraft.

Partijen

Het aantal te spelen partijen wordt individueel en bij aanvang door de lokale club bepaald, maar moet een veelvoud van 2 zijn. Zo kan beurtelings worden gespeeld.

Eindresultaat

Na het spelen van de 8 schijven (4 gele en 4 blauwe) worden de punten geteld door de scheidsrechter. Bij onzekerheid wordt het ‘nauwkeurigheidsblokje’ gebruikt. Dit blokje mag niet worden opgetild bij het zoeken naar de lijn en moet volledig op de mat blijven.

De eindscore bepaalt de winnende ploeg en die score wordt genoteerd.

Scheidsrechter

Een scheidsrechter beslist onpartijdig. Bij betwisting kan een scheidsrechter beslissen om de partij te herspelen.

Bij afwezigheid van een officiële scheidsrechter kunnen spelers, die op dat moment niet spelen, de functie van dienstdoende scheidsrechter uitvoeren. Hij/zij mag worden bijgestaan door helpers, maar de eindbeslissing wordt door hem/haar genomen.

Hij/zij is ook de enige die foutieve schijven mag verwijderen en de foutief buiten geduwde schijven op hun oorspronkelijke plaats terug plaatsen.

Vervanging van spelers

Een speler maakt de volledige partij af en kan niet worden vervangen.

Bij een onmogelijke voortzetting van de partij van een speler mag de medespeler alleen de partij afmaken maar slechts met 2 schijven. 

Er kan eventueel een time-out aan de scheidsrechter worden aangevraagd.

Time-outs en de duur ervan worden bij aanvang bepaald. Er kan altijd forfait worden gegeven. De reeds behaalde punten van de forfait-gevende ploeg blijven bewaard.

Na de partij mag er wel worden vervangen.

Spelverloop

1ste partij:

  • de gele ploeg start met het schuiven van de eerste schijf
  • de blauwe ploeg schuift schijf 2 maar mag schijf 1 niet raken
  • het gele team speelt schijf 3 en mag alle gespeelde schijven raken
  • het spel gaat beurtelings verder tot en met schijf 7
  • schijf 8 (blauw) mag andere schijven aanraken maar mag geen schijf buiten de grootste cirkel duwen
  • telling en notering van de punten van het gele team
  • telling en notering van de punten van het blauwe team

 

2de partij:

  • het blauwe team start met de eerste schijf
  • het gele team speelt schijf 
  • …